
Berlin erwacht
Gisteren was een dag als zovele, maar toch was deze zaterdag een beetje bijzonder. Deze zaterdag stond namelijk in teken van Berlijn. Deze dag was de overgang van opbouwen naar tot afbouwen tot de marathon van Berlijn. Een keerpunt in het trainingsprogramma. There’s no way back. De trainingen zijn gedaan, het zwaarste werk is voltooid. Maar was het voldoende?
[heading size=4 style=underline]Berlin ahead![/heading]Vanuit Aart Stigter Running vertrekken we straks met een bus vol marathonlopers richting Berlijn. De afgelopen maanden trainden we op een schema en volgden we een aantal keer een clinic en gezamenlijke training. Gisteren liepen we onze laatste gezamenlijke training en meteen ook de langste. Een lld (lange langzame duurloop) van max. 3,5 uur. Op het programma stond eigenlijk 32 kilometer, maar mijn doel was om de 35 aan te tikken. Aart had een ronde van 4 kilometer vanaf het sportcentrum uitgezet. Via het pad naar het bos, langs de akkers, de weg op bij Leersum, linksaf de provinciale weg terug naar Amerongen, een klein lusje en we stonden weer bij het sportcentrum. Daar konden we bijtanken en eventueel wegen hoeveel vocht je kwijt was geraakt.
[heading size=4 style=underline]Working too hard[/heading]De eerste ronde fietste Aart mee om de weg te wijzen, daarna was de groep dusdanig uiteen gevallen dat ieder zijn eigen lld liep. Zo nu en dan kwam je een andere loper tegen. Ik besloot heel rustig van start te gaan. Mijn benen waren zwaar, wilden niet. Ik kon met moeite 6.15 min/km lopen. Heb ik een virusje onder de leden? Ik moest werken voor iedere stap die ik moest zetten. Souplesse was ver te zoeken. Totdat ik na 12 kilometer een stopje maakte en vervolgens, zonder er bij na te denken, weer verder liep. In een hoger tempo, een meer ontspannen tempo. Het tempo van tussen de 5.30 en 5.50 min/km loopt voor mij veel meer ontspannen, omdat ik zo een korter grondcontact heb en gebruik maak van mijn natuurlijke loopje. De impact van de landing kan ik dan direct omzetten in voorwaartse energie, terwijl ik bij een lager tempo langer grondcontact heb en meer door mijn benen heen zak. Ik moet meer energie gebruiken om weer vooruit te komen. Al met al liep ik maar met 6 hartslagen per minuut hoger, terwijl het tempo wel een halve minuut scheelde! Ok, dat was even wat technisch geneuzel, maar zo ga ik dus om met de cijfertjes die ik onderweg vergaar.
[heading size=4 style=underline]Rollin’, rollin’, rollin’![/heading]Vanaf 20 kilometer begon ik het gevoel te krijgen dat ik eindelijk lekker onderweg was. Warm gedraaid, vermoeidheid uit het lijf gelopen, of juist oververmoeid aan het raken van de laatste trainingsweken, eindelijk wakker? We waren tenslotte om 9 uur gestart. Ik was net twee uur mijn bed uit. Maar de marathon van Berlijn start ook om 9 uur… Berlin erwacht hoor ik ergens op de achtergrond… Wekker om 5 uur dan maar? Ik ben er nog niet over uit.
Maar terug naar Amerongen. De kilometers begonnen nu lekker op te lopen, ik voelde me goed, de benen deden het werk en mentaal had ik geen problemen met de afstand of 9 dezelfde rondjes die ik aan het afleggen was. Sterker nog, die 35 km was mentaal en fysiek ook geen noodzakelijk eindpunt. Ik had nog wel even door kunnen gaan. Bij kilometer 32 kwam ik op een vrij vlak fietspad te lopen, dat ik al 8 keer eerder gelopen had. Ongeveer een kilometer lang en ideaal om eens de benen te strekken. Even kijken wat er in zit. Meer dan ik dacht! Die kilometer ging in 4.34 min/km en dat is sneller dan ik straks in Berlijn moet lopen. Moet ook zeggen dat dit een tempo was, waarbij ik aardig liep te hijgen en ik was blij dat mijn Garmin aangaf dat ik bij de 33 kilometer was aanbeland. Gas los en uitlopen. Voor zover je nog van uitlopen kan spreken na zo’n afstand. Je voelt alles!
[heading size=4 style=underline]Countdown[/heading]Maar ben ik er klaar voor? Klaar voor Berlijn, voor een pr? De afstand overbrug ik, maar of dat ook daadwerkelijk in 3.15 zal zijn… Ik durf niet op voorhand te zeggen ‘dat doe ik wel even’, want bij een marathon ben je afhankelijk van veel factoren. Al die puzzelstukjes moeten op hun plek vallen. Eén stukje dat niet op z’n plek valt en het hele plan valt in duigen. Aan de voorbereidingen kan ik niet veel meer veranderen. Deze lld was de laatste en langste training. Nu is het afbouwen. Nog een paar puntjes op de i. En dan? Dan zal ik zien wat Berlijn mij brengt. Ik heb er in ieder geval heel veel zin in!

