Gastblog Tim: Lang leve asfalt
De afgelopen maanden stonden voor mij zoals je weet in het teken van een ultratrail van 53K over de flanken van de Mont Blanc. Afgelopen donderdag was het zo ver. Om 08:00 ’s ochtend vertrokken ik en 1199 andere lopers uit het Zwitserse Orsières. Op het menu stonden vier beklimmingen die uiteindelijk 3300 hoogtemeters zouden opleveren. Een niet te onderschatten avontuur, zo bleek.
[heading size=4 style=underline]Blij man[/heading]Een dag voor de start haalde ik mijn startbewijs op en gaf ik deze enthousiaste voorbeschouwing. Ondanks dat ik de dag hiervoor tijdens een testloopje in de bergen flink moest werken om 400 hoogtemeters aan te tikken, was ik me op dit moment niet bewust van de heftigheid die de bergtrail zou gaan worden. In een shot die uiteindelijk niet in de video is opgenomen zei ik zelfs: “Als ik ‘m binnen acht uur loop, ben ik een blij man.”
[heading size=4 style=underline]Episch[/heading]Al snel na de start werd het me duidelijk dat dit avontuur van een ander kaliber was. En de beklimmingen die ik tijdens de voorbereiding in de Ardennen en Teutoburgerwoud deed kinderspel waren.
Zoals op bovenstaande afbeelding te zien is stond er in de eerste zeven kilometer een klimmetje op het programma. Niveautje even warm worden was mijn inschatting. Niet was minder waar. Deze hoogtemeters gaven mijn hartslag een flinke tik en was voldoende om mij te laten denken dat dit al de eerste echte beklimming was. Toen ik eenmaal daadwerkelijke aan de beklimming van de La Glète was begonnen werd me duidelijk dat dit een inspanning zou worden van epische proporties.
[heading size=4 style=underline]Secure werkje[/heading]Vier cols en 45 kilometer later was een afdaling van zeven kilometer het enige dat tussen mij en de finish in stond. Een afstand van niks. Kom ik nauwelijks voor uit bed. Guess again. Dalen is misschien nog wel erger dan stijgen. De paadjes waar je oploopt worden niet onderhouden. Overal steken boomwortels uit en vormen kleine (die lekker in je voet steken) en grote stenen natuurlijke obstakels. Afdalen wordt daarmee een secure werkje en na een dikke marathon klimmen en dalen over veelal soortgelijke paden was de benodigde lichtvoetigheid bij mij ver te zoeken.
[heading size=4 style=underline]Asfalt[/heading]Met lood in mijn benen, een protesterende linkerknie en ruim 50 km achter de rug weet ik in een slakkengangetje de straten van Chamonix te bereiken. En wat is de overgang naar asfalt dan heerlijk. Mijn lichaam reageerde er direct op. Ik begin soepeler te lopen en de pijntjes leken even wat naar de achtergrond te verdwijnen. Sterker nog, met nog een kleine kilometer te gaan weet ik er nog een versnelling uit te persen. Ik kom in 9:21 uur over de finish en stort ter aarde. Ik vergeet mijn vriendin te kussen, maar weet wel in recordtime mijn schoenen uit te trekken. Wat een opluchting.
[heading size=4 style=underline]New York[/heading]Een dag later loop ik als een oude door de straten van Chamonix en denk al eventjes aan wat komen gaat. Eind oktober reis ik naar New York af om daar op 2 november de marathon te lopen. Dit betekent voor de aankomende weken weer veel intervalsessies en tempoblokken. Op asfalt. En dat is een heel fijn vooruitzicht.
Eén reactie
Pingback: