Training

De slak

De slak is een weekdier en dankt zijn wetenschappelijke naam, gastropoda, aan zijn gespierde onderzijde waar hij zich mee voortbeweegt. Zondag voelde ik me week na een ongelooflijke hagelbui, maar was mijn onderzijde sterk genoeg om me er 35 kilometer doorheen te slepen. Zij het in slakkentempo. Zondag was ik een slak.

[heading size=4 style=underline]I’m snailing[/heading]De marathon van Rotterdam komt steeds dichterbij, nog een kleine drie weken en dan sta ik aan de start. Daar is best wat werk aan vooraf gegaan om van de geïnvesteerde uren trainen nog niet te spreken. De lange duurlopen namen in omvang steeds meer toe en zondag liep ik de laatste 35 kilometer. Dit gaat in een tempo dat zich laat vergelijken met een slakkentempo. Een tempo waarbij ik me afvraag of dit wel zoden aan de dijk gaat zetten, want ik heb het idee geparkeerd te staan. Maar dat slakkentempo is belangrijk. Een juiste marathon voorbereiding kan namelijk niet zonder. De lange langzame duurlopen hebben meerdere doelen. En niet alleen om onderweg foto’s te kunnen schieten.
1507097_258251231024006_45126038_n

[heading size=4 style=underline]Vetverbranding[/heading]Een marathon is niet te lopen op enkel de glycogeenvoorraad in de spieren. Die voorraad is na ongeveer anderhalf uur op en dan is de finish nog een eind weg. Je kunt bijtanken met koolhydraten, maar de maximale hoeveelheid op te nemen koolhydraten door het lichaam is beperkt. Daarom moet het lichaam getraind worden vet als brandstof te gebruiken. Door te trainen op een lage hartslag wordt door je lichaam een beroep gedaan op je vetverbranding. De lange langzame duurlopen leren je lichaam om vetverbranding als energiebron in te zetten tijdens de marathon.

[heading size=4 style=underline]Impact[/heading]Conditie, uithoudingsvermogen, is iets wat we heel snel op kunnen bouwen. Je longen en hart zijn in staat in korte tijd enorme sprongen voorwaarts te maken. Maar dat geldt niet voor je gewrichten, spieren en -aanhechtingen, pezen en organen. Die moeten langzaam aan wennen aan de groter wordende belasting. Dit doe je door de langzame duurlopen, die je na verloop van tijd steeds langer laat worden. Te veel, te hard en te snel trainen leidt tot blessures door overbelasting.
1010123_10203455186527480_1446017691_n

[heading size=4 style=underline]Haarvaatjes[/heading]Je wilt je marathon in een bepaalde tijd lopen. Daarvoor is zuurstofopname erg belangrijk. Niet alleen om je spieren te voorzien van voldoende zuurstof, maar ook om de energiehuishouding op gang te houden. Zuurstof wordt getransporteerd via onze aders, kleine adertjes en haarvaten, de capillairen. Juist die haarvaatjes zijn belangrijk. Die brengen uiteindelijk het zuurstofrijke bloed in de spieren. Hoe meer haarvaatjes, hoe meer zuurstofrijk bloed er naar de spieren getransporteerd kan worden. En hoe kun je je de hoeveelheid haarvaatjes laten toenemen? Door lange langzame duurlopen te doen.

[heading size=4 style=underline]Combinatie[/heading]Aan de lange langzame duurlopen kan het niet meer liggen. Vanaf de Groet uit Schoorl Run begin februari heb ik mijn omvang verder uitgebreid en ben ik vijf keer de 30-kilometergrens gepasseerd. Om te zorgen dat je niet vastroest in dat laaaangzame tempo, wissel ik mijn lange duurlopen af met snellere duurlopen en intervaltrainingen. Toch… hoe dichterbij Rotterdam komt, hoe meer de twijfel toe slaat…

Laat een antwoord achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

error: Content is protected !!