Wedstrijd

It ain’t over ’til the fat lady sings…

Waar ging het fout? Welke catastrofale strategische fout maakte ik? Was ik overmoedig? Had ik domweg pech? Zat Spartan toch nog ergens verstopt in mijn lijf? Overviel de kou me? Is het Amerikaanse eten gewoon niet zo goed voor me? Heb ik veel te veel gewandeld in Chicago? Allemaal vragen die me de afgelopen dagen door het hoofd zijn gegaan maar een eenduidig antwoord heb ik niet.

[heading size=4 style=underline]Laatste loodjes[/heading]Dat het fout ging dat was duidelijk. Na de Sternum Checker volgde de Tip of the Spear. Samen met een schuine muur, Skull Valley en de Warped Wall (ramp met netklim er achter) de laatste obstakels op de route. Nog maar 500 meter tot de finish. Hoe kun je over dit verdomde rotstukje dik 3 uur doen? Waar is de tijd heen gevlogen? Ik weet het niet.

[heading size=4 style=underline]Tip of the Spear[/heading]Tip of the Spear in het vizier en ik koos mijn laantje uit. Op een schuine muur via de touwtjes naar een evenwichtsbalk, dit kunststukje nog een keer en de bel aantikken. Hoe moeilijk kan dat zijn? Mijn eerste poging raakte ik bijna tot het einde, nog maar 2 touwtjes verwijderd van de bel! Ach, dan nog een attempt. Dat ik hem niet in een keer haal is geen ramp. Tweede poging, precies hetzelfde. Wéér hetzelfde touwtje waar ik strand. Ik glij gewoonweg weg van het muurtje. Ik raak gefrustreerd. Verdomme, mijn handen doen zeer van die twee mislukte pogingen. Ondertussen waait de wind om mij heen en is de zon vertrokken achter de wolken. Ik krijg het koud, sta te rillen. En dit keer niet van de zenuwen. Een Amerikaanse staat met een isolatiedekentje om zich heen en biedt mij een plekje aan haar zijde. Rillend en nat van de slide staan we tegen elkaar aan. De vrijwilligers bij dit obstakel zijn de beste in hun vak. Ze steken ons een hart onder de riem, alles is mogelijk, we halen hem wel. Ze laten meer isolatiedekens aanrukken, want steeds meer mensen stranden op dit obstakel. Ik doe weer een poging, kom niet eens tot halverwege het eerste muurtje. Het gevoel in mijn handen is volledig weg. Ik krijg mijn eigen isolatiedekentje, twee zelfs, zodat ook mijn benen tegen de wind beschermd zijn. 12107152_880099495438922_8095363885762884300_nOndertussen zie ik mensen komen en gaan. Sander houdt me enige tijd gezelschap, totdat ook hij de Tip of the Spear nailt. Ik doe een poging warm te worden, spring op en neer, voordat ik weer een poging doe. Weer stort ik halverwege de eerste muur naar beneden. Ik ben kwaad, boos, gefrustreerd. Op mezelf. WAAROM-LUKT-DIT-NIET!! Ik vloek en tier in de rondte en mep met mijn vuisten tegen de muur. Gelukkig verstaat bijna niemand wat ik zeg. Iedereen kan dit, ik ook, maar op de een of andere manier komt het er niet uit. Die opgebouwde voorsprong op mijn directe concurrenten (en fantastische top 10 plek) slinkt en zie ik veranderen in een ongelooflijke achterstand. Evenals mijn humeur, die samen met mijn lichaamstemperatuur daalt, maar dan tot onder het vriespunt. Die 9,5 mijl van pure opwinding, blijheid en strijdlust is volledig teniet gedaan.
Hulp van buitenaf is niet toegestaan. Deelnemers mogen niets aannemen van mensen buiten het parcours en andere deelnemers. Duidelijke regels in het reglement. Het zijn echter de vrijwilligers die aankomen met Cliffbars en bananen en ons dwingen ze aan te nemen. Ook de jas en muts van vriendlief mag ik aannemen en hij haalt de handenwarmers en drinken voor me. De lieve officials zijn en blijven positief en ik doe weer een poging. Ik haal de eerste muur, maar glijd bij de tweede weer weg. Ik kan wel janken en wil het bandje opgeven. Vriendlief weigert dat ik opgeef, wordt boos, schreeuwt tegen me. Daarom doe ik weer een poging, strand weer, rol me weer in de isolatiedekens.

[heading size=4 style=underline]Never give up…[/heading]Ik word stiller en stiller. De momenten dat ik denk dat ik dit obstakel nog ga halen worden steeds minder. Nog meer Nederlanders komen en gaan en stiekem ben ik blij dat het de meest sterke atleten ook niet in één poging lukt. Maar ook zij vertrekken weer. Ik ben er helemaal klaar mee. Nog één poging. Ik MOET hoe dan ook door. De cut off tijd komt langzaam (nou ja, zeg maar eerder snel) dichterbij. Ik heb nog een half uurtje voordat de tijdslimiet van 6 uur voorbij is… Ik kies nu voor een laantje dat ik nog niet heb gehad. Wonder boven wonder lijk ik een slag te pakken te hebben. Ik sta binnen no time op de evenwichtsbalk. Ik wacht even voor ik de laatste muur ga aanvallen. Nu moet het lukken, nu moet ik het doen. Mislukt het dan is het gewoon bekeken. Ik ben leeg, koud, op en het rillen van de kou is overgegaan in een onbeheerst shaken van de spieren. Zo sta ik op de evenwichtsbalk. Ik pak het eerste touwtje en weet de flow van de eerste muur vast te houden tot die bel wel heel dicht bij komt! Ik stap op het voetstapje en wil de bel kussen van geluk, maar die hangt niet iets te ver. Dan maar een flinke mep verkopen! Ik heb hem! EEEEEEINDELIJK!! Ook de vrijwilligers juichen met me mee en ik moet me inhouden hen niet om de nek te vliegen. Ze zijn voor mij van onschatbare waarde geweest en ze zijn goud waard! Maar mijn tijd tikt door! En aangezien ik mijn bandje nog heb, zit ik weer vol strijdlust om er volle bak tegen aan te gaan in die laatste paar 100 meter. Voor strijdlust scoor ik hier 5-0, maar overall wint dit obstakel samen met de kou en de tijd van mij… 5-3…

[heading size=4 style=underline]Skull Valley[/heading]Maar ik ben zwak. Ondanks dat ik hernieuwde moed heb en het schuine muurtje heel wat sneller genomen is dan de Tip of the Spear heeft de kou ondertussen veel vat op me.
Ik kom bij Skull Valley, waar het ook al een slagveld is en de Nederlanders die me net voorbij zijn gegaan staan heer weer in de attemptrij. Dit is een leuk obstakel en ik ben weer vrolijk. Omdat dit mijn eerste poging is, mag ik voor. Een stukje boulderen aan de armen, in een net onder de balk door, van touw naar touw en dan via een horizontaal net naar de overkant. Appeltje eitje. Als je fris en vol energie bent. Ik raak verstrikt in de touwen. Ik heb de kracht niet om van voetklem naar voetklem te gaan, hangend aan de armen. Ik stort gewoonweg uit de touwen. Hoe kan dat nou? Ik moet in de wachtrij. Volgende poging, zelfde fout. Ik denk niet helder meer. Waarom iets nog een keer proberen als het net ook al niet ging? Ondertussen staan er veel Nederlanders aan te moedigen en advies te geven. In de volgende poging ga ik het proberen met een zwaai. Dat lukt. Ik haak mijn hak achter het muurtje en trek mezelf zo naar de overkant. Nu het net nog! Ik hang er in, maar daardoor zakt het net een stukje naar beneden en zou ik omhoog moeten grijpen. Ik voel mijn handen al wegglijden terwijl ik aan twee handen hang. Zodra ik een hand los laat val ik in de bak er onder. Kak. Ik verdwijn weer onder mijn dekentjes en ga weeeeeer in de rij staan. Het duurt lang voor je weer aan de beurt bent en dan zit je in de hindernis en dan zit iedereen elkaar weer in de weg! Armen en benen steken door het net heen en we raken nog niet niet verstrikt in elkaar. Terwijl ik onder de balk hang schiet bij mij de kramp in de kuit. In de duim. In mijn handen. Mijn vingers staan helemaal krom! Ik zwaai met het touw en haak mijn hiel weer achter het muurtje en sta weer aan de rand bij het net. Springen is de volgende tactiek en dan zwaai ik zo naar de overkant. Denk ik. Zonder vrees (zelfs dat ben ik kwijt) spring ik om het net zo ver mogelijk te grijpen. Raak! Maar ik mis de kracht in mijn handen om vast te houden en plof in de bak op de grond. Stiekem moet ik wel een beetje lachen, want dat moet er echt belachelijk uitgezien hebben. Maar dat lachen doe ik niet, want ik land op mijn stuitje en hoofd.

[heading size=4 style=underline]Skull Helly[/heading]Ik kruip weer uit de bak, terwijl de vrijwilliger me een handje helpt en bemoedigend toespreekt. Ik hoor niet wat hij zegt. Ik zie bloed op mijn hand. Oeps een ripje. Heb ik dat niet gevoeld? Ook op de andere hand begint een bloedblaar zichtbaar te worden. Ik ga even bij de Nederlandse meute staan. Overleg wat te doen, veeg het bloed weg, doe mijn handschoentjes aan ter bescherming en ga terug naar mijn plek: terug in de rij. Met mijn dekentje. Ik staar voor me uit, terwijl de rij maar stil blijft staan. Heb ik dat? Mensen flikker er allemaal eens lekker snel uit, dan kan ik weer! Hoe lang ik hier nu sta weet ik niet. Ik heb totaal geen besef van tijd. Het meisje voor me en ik kruipen tegen elkaar aan om elkaar ‘warm’ te houden. Althans, ik denk dat ik het redelijk warm heb, ik voel me gloeien. Maar als we zo tegen elkaar staan voel ik de warmte van haar lichaam door mijn dekentje heen. Ben ik zo koud? Eindelijk ben ik weer aan de beurt. Alhoewel ik enorm verstijfd ben kom ik steeds ‘gemakkelijk’ tot aan het hangende net. Wat ga ik nu doen? Ja ik weet het, ik ga springen! Als een ezel flik ik het kunstje van net dus nog een keer: ik val wéér uit het net, maar nu net iets harder op mijn kop. Ik kruip van de pijn in elkaar en blijf ineengedoken zitten. Boven me kijkt de vrijwilliger de bak in “Are you ok?”, “No” antwoord ik. Mijn hoofd doet zeer, ik ben duizelig. Hij moet me helpen die bak uit te komen en vervolgens sta ik te tollen op mijn benen en ik kan geen stap recht zetten. Ik zie een paal en zak als een plumpudding tegen de paal op de grond, dekentjes weer om, muts dik over de oren getrokken. Het is over en uit.
OCRWC-2015-15Ik heb de coördinatie en de kracht niet meer. De moed nog wel, maar ik ben op. Het lichaam is leeg en onderkoeld. En mijn hoofd is geklutst. Dit is mijn grens. Ik ben nog zo verstandig om zelf de knoop door te hakken mijn bandje op te geven. Maar ik vind het onverstandig om met knallende koppijn en duizeligheid nog een poging te doen. Als ik een beetje ben bijgekomen waggel ik naar de vrijwilliger. Ze knipt mijn bandje door. Na ruim 1,5 uur onderkoeld gekloot op Skull Valley is het over. Hier scoren de Skull Valley en vooral de kou tigdubbele punten: het eindigt in een nederlaag van 5-692548.

[heading size=4 style=underline]Lost it[/heading]Alhoewel ik de beslissing zelf neem wellen tranen achter mijn ogen op. Ik loop naar het hek waar vriendlief en Marieke me opvangen. Tranen stromen over mijn wangen. Dit had niet zo mogen eindigen. Niet na de fantastische race die ik heb gelopen. Er zat een eindtijd van dik onder de 4 uur in, maar ik ben alles verloren in de laatste paar 100 meter. Ik ben nog nooit zo door en door koud geweest. Zelfs zo koud dat ik al niet eens meer ril. Ik wil naar de finish. Alleen de ramp staat er. Van de vrijwilliger hoef ik niet, maar ik weiger om een obstakel te skippen en nog een extra tijdstraf aan de broek te krijgen. Alleen moet ik wel even uitvogelen hoe ik in een rechte lijn kan lopen zonder op mijn plaat te gaan van de duizeligheid. Ik krijg wat tips van de Nederlandse delegatie: in het midden zit een greep die iets lager is. Ik ren de ramp op en grijp de rand beet.
OCRWC-2015-16Met wat moeite weet ik me over de rand heen te werken en land in het net er achter. Even rollen en het net af. Het laatste obstakel achter de rug. De finish wacht op me (lees: al heel lang op me). Zonder bandje en na fokking 7 uur weet ik eindelijk te finishen. Ik ben blij dat ik er ben en finish  met een lach. Maar ik ben er ook even helemaal klaar mee. Tranen beginnen te stromen. Hier kwam ik absoluut niet voor naar het WK. Ik ben enorm teleurgesteld. Een jaar keihard getraind, een jaar toegewerkt naar het WK en dan 9,5 mooie mijlen lopen om vervolgens als een complete flater te finishen. Het goede gevoel is compleet overschaduwd door dit rampscenario. Mijn lach verbergt hoe ik me werkelijk voel.
OCRWC-2015-17
[heading size=4 style=underline]Krampjes[/heading]
Schouders genoeg om even op uit te huilen en bemoedigende woorden en warme knuffels krijg ik. Maar ik zie het allemaal niet. Ik hoor het allemaal niet. Ik voel niets. Ik moet zo snel mogelijk die natte kleren uit en warm worden. Ik ben ijskoud en stijf terwijl ik het gevoel heb te gloeien. Rillen doe ik al lang niet meer. Pas nu realiseer ik me dat mijn kerntemperatuur gedaald moet zijn tot onder de 33 graden, gezien de onderkoelingsverschijnselen.
Dat omkleden is zo mogelijk nog een grotere uitdaging dan de laatste 500m! Overal schiet de kramp door mijn lijf heen, tot biceps en triceps aan toe! Nog nooit eerder gehad! Voor het eerst in mijn leven vervloek ik de Herzog compressiekousen die ik niet zonder tig krampen uit krijg. Bij het kampvuur staan meerdere mensen op te warmen. Met droge kleren, de warmte van het vuur en de mensen om me heen en eten en drinken begin ik een klein beetje mens te worden.

[heading size=4 style=underline]Cut it off[/heading]Ik breng ook een bezoekje aan de EHBO, eerder de brandweer. Maar die vellen moeten even van de handen geknipt worden, want ik blijf overal achter hangen en ik vind een pleister ook wel handig. Op de vraag of ze een schaar hebben om de velletjes weg te knippen kijken ze me met ongeloof aan.
Brandweer/EHBOman: “You want to cut off your own skin??”
Ik: “Yes! Unless you want to do it?”
Brandweer/EHBOman: “Eeeh… can you do it yourself…?” Geeft me de grote verbandschaar… held op sokken… Met gevoelloze handen is het een beetje lastig knippen, vooral met links, maar de velletjes zijn er af en brandweer staat al klaar met een gaasje, geen pleister (hebben we niet). En een rol verband… Met veel enthousiasme ontsmet hij de wondjes (AAAAAAUUUU!!!) en begint mijn handen in te zwachtelen. Ik sta beteuterd naar mijn handen te kijken, die zijn veranderd in twee witte klompen die ik nauwelijks nog kan gebruiken. What the… Op de vraag of ik een pijnstiller mag  omdat ik op mijn hoofd ben gevallen wordt bijna nog enthousiaster gereageerd.
Brandweer/EHBOman: “We have to take you to the hospital, we can’t prescribe painkillers.”
Bij het horen van het woord ‘hospital’ trekt een andere brandweerman bijna het bedje uit de wagen. Ik weet niet hoe snel ik weg moet komen. Zijn ze gek geworden hier? Voor een enkel voorgeschreven pijnstillertje moet je naar het ziekenhuis, terwijl diezelfde pijnstillers in grootverpakking (2000 stuks, dit is geen typefout) in de drogist verkocht worden! Even doorbijten dus en linea recta langs de drogisterij als we na de prijsuitreiking terug naar het hotel gaan. Zonder te douchen rollen we vervolgens een restaurantje in, waar een salade met knoflookfrietjes en het lekkerste en ongezondste toetje ooit (gebakken banaan, geflambeerd in iets van drank, gekarameliseerd, bol ijs en karamelsaus) in een bodemloze put verdwijnen.

[heading size=4 style=underline]No teamcomp[/heading]Die nacht slaap ik slecht. Ik word niet warm en lig te rillen in bed. De volgende dag word ik misselijk zodra ik uit bed ben gekropen en komt de hoofdpijn in alle hevigheid terug. Dit wordt geen teamcompetitie. Jammer genoeg, want ik had het meest fantastische internationale team dat ik me maar kon wensen! Samen met een Australische en Amerikaanse zou ik voor een dagje een Midwest Viking worden. Ondanks dat we niet samen gelopen hebben, hebben we nog steeds heel leuk contact en liggen de uitnodigingen heen en weer voor bezoekjes, trainingen en wedstrijden. Misschien is dat nog wel het leukste van het hele obstaclerunnen: de contacten die je op doet, zowel in binnen- als buitenland. Ik heb ‘nieuwe’ (Nederlandse) moddermaatjes leren kennen, beter leren kennen, nog meer respect voor gekregen en ik wil iedereen bedanken die de afgelopen weken tot een onvergetelijke ervaring hebben gemaakt: donateurs, sponsoren, thuisfront, vrienden, familie, jullie als volgers, iedereen die me de liefste berichtjes gestuurd heeft, de eigenaren van de schouders die ik zaterdag even mocht gebruiken om op uit te huilen, het hele Nederlandse en Swagmen team en last but not least mijn allerliefste vriendlief.

Foto’s: Harm Dommisse

8 reacties

Laat een antwoord achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

error: Content is protected !!